Is omstreden spermadokter hun vader?
Donorkinderen Joey Hoofdman en Monique Aarts willen eindelijk antwoord op de vraag wie hun biologische vader is. Vandaag is de rechtszaak die de waarheid een stuk dichterbij moet brengen. Is Jan Karbaat, de omstreden vruchtbaarheidsarts van MC Bijdorp waar hun moeders zwanger raakten, hun vader?
De Rotterdamse rechtbank moet bepalen of het DNA van de inmiddels overleden arts vergeleken mag worden met dat van hen. EenVandaag is bij de rechtszaak. Volg ons twitterverslag hiernaast:
Donorkinderen Monique en Joey komen net van de rechtbank vandaan. Hier hun eerste reactie:
Jan Karbaat overleed afgelopen april. Om zijn DNA veilig te stellen, zijn vorige week enkele persoonlijke spullen van hem in beslaggenomen. De rechter gaf toestemming om onder meer een tandenborstel, een neushaartrimmer en een kam uit zijn huis mee te nemen. Via achtergebleven haar of speekseldruppetjes kan het dna van de overleden vruchtbaarheidsarts worden herleid.
Karbaat heeft in zijn leven aan enkele donorkinderen al toegegeven dat hij sperma van diverse donoren mengde en zelf ook weleens zaad doneerde. Maar hij heeft nooit een dna-test willen ondergaan. De vraag of deze dokter misschien hun vader is, blijft enkele donorkinderen van de kliniek uit Bijdorp daarom flink bezig houden.
Dat geldt ook voor Monique Aarts. Zij vertelde eerder in ons programma al over haar vermoedens:
Advocaat Tim Bueters, die de donorkinderen en hun ouders bijstaat in deze zaak, blijft zich verbazen over het medisch handelen van dokter Karbaat. ‘Dit is wel de gekste zaak uit mijn carrière.’
Donorkind Joey Hoofdman vertelt hoe zeer hij onlangs schrok van de gelijkenissen tussen hem en de jonge Jan Karbaat van een paar jeugdfoto’s:
Al eerder in het nieuws
De vreemde praktijken van de onconventionele spermadokter Jan Karbaat haalden al eerder het nieuws, in 2014. Het is dan vele jaren nadat hij via zijn kliniek tal van vrouwen met sperma van anonieme donoren aan een kind heeft geholpen.
Maar de tijden zijn veranderd. En ook hoe men tegen de werkwijze van spermaklinieken aankijkt. Zo is het sinds 2004 verboden voor spermaklinieken om nog met anonieme donoren te werken. Het kind heeft het recht te weten wie de biologische vader is.
Er bestaat dan ook al een tijd de dna-databank van afstammingsinstantie Fiom. Hier kunnen donoren en donorkinderen van voor 2004 zich melden voor een dna-test. Vervolgens worden deze resultaten vergeleken met die van andere donoren en donorkinderen uit de databank. Het leidt tot verschillende matches.
Zo komt Henrik Becker er achter dat het donorpaspoort, dat zijn moeder meekreeg van Karbaat, niet klopt met de daadwerkelijk donor. Henriks echte donor is helemaal geen blanke man uit Limburg met een goede baan en een gezin, zoals op het paspoort vermeld staat. Nee, de donor is een alleenstaande man met Surinaamse roots en een vorm van autisme. Hij heeft 17 jaar lang sperma gedoneerd en, volgens zijn eigen berekening, nu zo’n 200 nakomelingen rondlopen.
Het is beste even slikken als doordringt dat er zoveel halfzusjes en broertjes rondlopen, geeft Henrik toe. Hij heeft inmiddels meer dan 10 halfzussen en halfbroers. En dan kunnen er nog veel meer worden, zo ontdekt hij.
Henriks moeder Freda voelt zich belazerd door dokter Karbaat. Ze is destijds voorgehouden dat haar zaaddonor kerngezond zou zijn en met zijn donaties maximaal 6 kinderen op de wereld zou mogen zetten.