EenVandaag ontdekt: belangrijke opsporingsinformatie niet toegevoegd in strafdossier Douanezaak
Belangrijke informatie uit een Belgisch onderzoek naar cocaïnesmokkel via de Rotterdamse haven, is door het Openbaar Ministerie (OM) niet toegevoegd aan het strafdossier van de corrupte douanier Gerrit G. en een aantal beruchte Rotterdamse drugshandelaren. Dat blijkt uit tientallen rechtshulpverzoeken van een Belgische onderzoeksrechter aan het Landelijk Parket die in handen zijn gekomen van EenVandaag na onderzoek in België.
In deze Belgische stukken staat opsporingsinformatie die relevant kan zijn voor de waarheidsvinding in de strafzaak tegen de platte douanier en een aantal drugsbazen. Deze zaak wordt momenteel inhoudelijk behandeld bij de rechtbank.
Het feit dat deze Belgische stukken niet in het Nederlandse strafdossier zitten, is verbazingwekkend, vindt strafrechtdeskundige Sven Brinkhoff van de Radboud Universiteit Nijmegen:
“Dat er zulke duidelijke overeenkomsten zijn met een Belgisch opsporingsonderzoek had de Nederlandse rechter moeten weten. Je vraagt je af: waarom zijn deze stukken niet toegevoegd door het OM?”
Uit de rechtshulpverzoeken en vonnissen blijkt bijvoorbeeld dat Belgische drugshandelaren zijn vervolgd en veroordeeld voor cokesmokkel via een Rotterdams fruitbedrijf dat ook een prominente rol speelt in de Nederlandse rechtszaak.
Nog opvallender: twee hoofdverdachten in België zijn veroordeeld voor de invoer van dezelfde partij coke waar Gerrit G. en zijn medeverdachten nu ook van worden beschuldigd.
Voor de advocaten in dit proces zijn de opgedoken documenten het zoveelste bewijs dat het OM het juridische spel in de rechtszaal niet eerlijk heeft gespeeld. De advocaat van verdachte Dennis van den Berg (die graag met zijn volledige naam wordt genoemd), Sanne Schuurman, zegt hierover:
“In mijn ogen zijn door deze werkwijze van justitie doelbewust, dan wel met grove onachtzaamheid, onze verdedigingsrechten geschonden. Hier is mogelijk ontlastend materiaal uit een opsporingsonderzoek in een buurland achtergehouden, terwijl men daar in Nederland van op de hoogte was.”
De zaak draait om een corrupte Rotterdamse douanier die jarenlang de spil was van grootschalige handel in cocaïne. Op de afdeling pre-arrival van de douane kon Gerrit G. containers met coke op ‘wit’ zetten waardoor ze niet werden gecontroleerd. Meerdere drugsbazen betaalden hem daar gigantische bedragen voor. Door het onderzoek naar de platte douaneman kwamen ook zij in beeld bij politie en justitie.
De advocaten vermoeden nu dat justitie in dit onderzoek vals heeft gespeeld, omdat het OM niet eerlijk is geweest over de start van het onderzoek. Een bewering waar het OM helemaal niets van wil weten, blijkt uit een brief van zaaksofficier M. van Solingen. Daarin schrijft zij dat het OM pas sinds een week op de hoogte is van de Belgische veroordelingen, nadat advocaat Schuurman vorige week met een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uit december 2013 op de proppen kwam.
Inmiddels zijn de rechters en advocaten door het OM wel op de hoogte gebracht: in België zijn verdachten opgepakt, vervolgd én veroordeeld voor de onderschepte partij van 300 kilo coke op 9 december 2013 in de Rotterdamse haven.
Dat is pikant, omdat precies deze gevonden pakketten met cocaïne, verstopt tussen ananassen uit Costa Rica op het containerschip MSC Geneva, de basis zijn voor de start van het onderzoek naar de platte douanier en drie medeverdachte drugsbazen met zware criminele antecedenten.
Het OM heeft altijd gezegd dat dit onderzoek Doussie begint in de zomer van 2014, op basis van deze anonieme tip die binnenkomt bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI):
“Eind vorig jaar zou een boot met aan boord een container met een partij cocaïne, verborgen tussen het fruit, binnenkomen in de Rotterdamse haven (…) Een platte douaneman zou de container op ‘groen’ zetten. Toen de container uiteindelijk werd gelost, was deze douaneman niet in dienst en zo werd dus de partij coke in beslag genomen. De platte douaneman werd aangestuurd door Dennis.”
Uit dezelfde TCI informatie blijkt dat deze Dennis van den Berg bovendien het werkelijke doelwit moet zijn geweest van een zeer pijnlijke vergismoord op GGZ-directeur Rob Zweekhorst. Deze onschuldige vader woonde op een paar honderd meter van het huis van Dennis van den Berg en is dus per vergissing geliquideerd.
Op basis van deze TCI tips in de zomer van 2014 worden Gerrit G. en Dennis van den Berg een jaar lang zeer intensief afgeluisterd, geobserveerd door de recherche en bestookt met infiltranten teneinde belastend bewijs te verzamelen voor drugssmokkel, corruptie, omkoping en witwassen.
In het voorjaar van 2015 worden douanier Gerrit G. en vermeend drugshandelaar Dennis van den Berg aangehouden. Belangrijkste beschuldiging: de smokkel van die 300 kilo coke tussen ananassen, in beslag genomen op 9 december 2013.
Op z’n minst opvallend is nu dat uit het vonnis van de Hasseltse rechtbank, ook in bezit van EenVandaag, blijkt dat in België de twee hoofdverdachten uit het onderzoek daar begin februari 2016 al zijn veroordeeld voor ditzelfde drugstransport via de MSC Geneva.
Het gaat om een maffiose pizzabakker uit Heusden-Zolder, Gennaro B., die samenwerkt met de beruchte Colombiaanse drugshandelaar Isabel A.-G., in het criminele milieu beter bekend als “La Tia” (De Tante).
De rechtbank in Hasselt veroordeelt de twee op 2 februari 2016 tot 12 jaar celstraf, ook voor de smokkel van de coke tussen ananassen:
“Uit de gegevens van het strafdossier blijkt duidelijk dat beklaagden Gennaro B. en Isabel A.-G. de bestelling deden van een onbekende hoeveelheid via Toni Canmo, een contact van beklaagde A.-G. in Latijns-Amerika. De lading werd verborgen in het containerschip de MSC Geneva. Dit schip kwam aan op 9 december 2013 in de haven van Rotterdam, komende uit Zuid-Amerika. Aan boord van dit schip bevond zich een container ananas bestemd voor het fruitbedrijf Fruit Forces te Rotterdam. Bij een controle werd een lading cocaïne gevonden.”
Strafrechtdeskundige Sven Brinkhoff vindt dat deze Belgische vonnissen hoe dan ook in het Nederlandse strafdossier hadden moeten zitten.
“Het is zeer opvallend dat de Rotterdamse rechtbank niet op de hoogte is gebracht van de Belgische veroordelingen voor die 300 kilo zaak. Het kan namelijk van belang zijn voor de waarheidsvinding in dit proces. Bovendien kan het ook belangrijk zijn voor de rechters om te weten als het gaat om hun overwegingen met betrekking tot de strafmaat voor de Nederlandse verdachten.”
De Belgische rechtshulpverzoeken zijn gedaan in het omvangrijke opsporingsonderzoek Touw, naar een groot Belgisch-Colombiaans drugsnetwerk dat zich in 2012 en 2013 bezig hield met de import van coke via de havens van Rotterdam en Antwerpen en het op grote schaal witwassen van drugswinsten.
Omdat de verdachten regelmatig in Nederland verbleven, zijn door de ervaren Belgische onderzoeksrechter D. Jordens in dit drugsonderzoek vijftig rechtshulpverzoeken gedaan aan officier van justitie N. Geldermans van het Landelijk Parket. De uitvoering van deze verzoeken is door het Nederlandse OM voor de Belgische justitie uitgewerkt op maar liefst 1500 pagina’s. Ook zijn er diverse aanhoudingsbevelen uitgevaardigd.
Van de Belgische rechtshulpverzoeken en de arrestatiebevelen die te maken hebben met de 300 kilo-zaak had de rechter in Nederland op de hoogte moeten zijn, stelt Brinkhoff:
“Voor een eerlijk proces moet het OM alle relevante informatie melden aan de rechtbank, verdachten en hun advocaten. Zowel belastende als ontlastende gegevens. Het zou nu kunnen dat mogelijk ontlastende informatie niet is toegevoegd. Op dit moment weten we uiteraard niet of dat bewust is gebeurd. Ik ga er in principe vanuit dat het OM integer handelt. Maar mijn stelling is wel dat het OM in deze zaak niet transparant genoeg is geweest. En dat kan de eerlijkheid van het strafproces Doussie wel raken. Dit jaar zijn er immers al een aantal strafzaken geëindigd in de niet-ontvankelijkheid van het OM, juist vanwege dit soort punten.”
De nieuwe documenten uit België werpen volgens de advocaten dus ook de vraag op of het OM wel eerlijk is geweest over de start van het onderzoek naar de omkoping van en drugssmokkel via douanier Gerrit G. Zijn advocaat Jan-Hein Kuijpers is van mening dat dit niet het geval is:
“Ik heb concrete aanwijzingen dat deze container met 300 kilo coke op de MSC Geneva is ‘getipt’. Mijn cliënt Gerrit G. kan namelijk bevestigen dat op zijn afdeling pre-arrival veel vaker door opsporingsinstanties verzoeken werden gedaan om bepaalde containers in de controle te zetten. Dit leidde dan regelmatig tot zogenaamd ‘toevallige’ vangsten. Deze informatie, gecombineerd met gegevens uit de Belgische rechtshulpverzoeken en vonnissen bevestigen deze theorie.”
Waarom is die start van dit onderzoek eigenlijk zo relevant? Het zit zo: het Nederlandse OM heeft altijd gezegd dat deze partij verdovende middelen in 2013 “toevallig” is onderschept bij een routinecontrole, zoals blijkt uit dit persbericht een dag na de vondst.
De advocaten concluderen nu na bestudering van de Belgische rechtshulpverzoeken dat het schip met de drugscontainer al in beeld moet zijn geweest bij de Nederlandse politie na informatie van de Belgen. Oftewel: de lading is ‘getipt’. Als dat werkelijk zo is, heeft het OM gelogen over de start van dit onderzoek, een justitiële doodzonde.
Officier van justitie M. van Solingen reageert in haar brief van afgelopen vrijdag zeer stellig en ook geïrriteerd op deze in haar ogen “zeer speculatieve stelling” van de advocaten:
“De in beslag name van de 300 kilo op 9 december 2013 heeft niet op verzoek van de Belgische autoriteiten plaatsgevonden.”
“De verdediging zegt maar wat. Het enkele feit dat in België eveneens personen verdachte waren van de invoer van de 300 kg kan niet tot de conclusie leiden dat (…) deze TCI informatie (uit 2014-red) maar is verstrekt om een onderzoek te starten. Dat deze informatie niet onjuist was is nota bene gedurende het onderzoek gebleken!”
Dat het toch weleens anders zou kunnen zijn gegaan, zou je kunnen concluderen na een grondige bestudering van vijf rechtshulpverzoeken uit november en december 2013 die EenVandaag in dit artikel publiceert.
Een overzicht van de rechtshulpverzoeken:
Hieruit kun je de volgende conclusies trekken:
· Tientallen Nederlandse rechercheurs hebben hun Belgische collega’s van september 2012 tot de aanhoudingen van de verdachten in Touw op 12 december 2013 zeer uitgebreid geassisteerd door middel van tappen, afluisteren en diverse doorzoekingen.
· Er zijn tientallen observaties verricht, van Geleen tot Amsterdam en van Rotterdam tot Bemmel.
· Voor de strafzaak Doussie wordt dit Belgische onderzoek pas echt relevant op 4 november 2013. In een rechtshulpverzoek aan het Landelijk Parket, waarin een container met coke op het schip Bahia Laura wordt weggetipt, noemt onderzoeksrechter Jordens ook een fruitbedrijf uit Rotterdam: Fruit Forces.
· Jordens wil graag dat de Nederlandse recherche direct een internettap op het e-mail account van de directeur van dit bedrijf zet: Ed V. De reden: de Belgische politie weet dat de Colombiaanse Tante en Pizzabakker Gennaro B. zaken doen met dit criminele fruitbedrijf voor de import van coke: “Om voormelde lading (…) in Nederland in te kunnen voeren, zou gebruik worden gemaakt van de diensten van het bedrijf Fruit Forces uit Rotterdam (…) met medeweten van de directeur Ed V.”
· Ed V. speelt ook een rol in Doussie omdat hij als werknemer van Fruit Forces werkte voor de eigenaar van dit fruitbedrijf: Ferry M. Deze Ferry is net als zijn later geliquideerde broer Rinus M. een zeer bekende drugssmokkelaar in het Rotterdamse criminele milieu.
· De internettap op het account van Ed V.. is vrijwel direct ‘aangezet’, blijkt uit de honorering van officier van justitie N. Geldermans.
· Op 14 november meldt de onderzoeksrechter aan het Landelijk Parket dat er aanwijzingen zijn dat Isabel A.-G. en Gennaro B. “binnenkort via een ander traject via fruit verwerkend bedrijf Fruit Forces in Rotterdam opnieuw een lading cocaïne zouden verwachten.”
Het kan niet anders dat deze informatie de Nederlandse opsporingsdiensten zeer alert moet hebben gemaakt.
· Op 9 december 2013, nog voor het nieuws over de in beslag name van de 300 kilo coke op de MSC Geneva bekend is, kondigen de Belgen bij de Nederlanders aan dat zij op 12 december om 5 uur ’s ochtenden aanhoudingen gaan verrichten in Touw en voegen hierbij een aantal arrestatiebevelen uit om ook in Nederland verdachten aan te houden en doorzoekingen te doen.
· Als de vangst van de 300 kilo bekend is, vraagt Jordens op 10 december 2013 of de Nederlandse politie op de dag van de arrestaties, op 12 december dus, een inval kan doen bij Fruit Forces. De Nederlandse politie en justitie geeft hier uiteindelijk geen gehoor aan.
· Behalve Ed V., komen in de rechtshulpverzoeken of in het Belgische strafdossier niet de namen voor van Gerrit G. en zijn medeverdachten.
· Wel blijkt hier duidelijk uit dat zowel de Belgen als de Nederlandse opsporingsdiensten het fruitbedrijf Fruit Forces van Ferry M. op de korrel moeten hebben gehad.
Er is bovendien nog meer, blijkt uit het Nederlandse strafdossier naar de in beslag name van de cocaine tussen ananassen. Het bedrijf Fruit Forces wordt daarin omschreven als een dekmantel voor de smokkel van cocaine. Het bedrijf was dus eigendom van Ferry M. - de broer van de in april 2014 geliquideerde Rinus M.
Deze beruchte Rotterdamse drugshandelaar is zeer vermoedelijk vermoord omdat hij verantwoordelijk werd gehouden voor de in beslag name van een partij die gesmokkeld werd via de corrupte douanier Gerrit G.
Ferry M. zegt een jaar later in een afgeluisterd gesprek met een onbekende man (maart 2015):
“Serieus he. Maar dan zal ik je vertellen. Die ananassen die gevallen waren, daar lagen 300 stuks tussen. En die 300 stuks, ik wist dat ze gingen vallen toen het al op de boot stond. Want er was namelijk een tip geweest en dat hadden wij doorgekregen van zo’n man. Dus ik wist dat ze gingen vallen. Dat ze in een onderzoek zaten.”
Ook bij deze verdachte is dus het vermoeden dat de 300 kilo container is weg ‘getipt’.
De conclusie van advocaat Sanne Schuurman over de link met Fruit Forces in het Belgische dossier:
“Deze nieuwe gegevens wijzen er voor mij op dat de Nederlandse politie op dat moment al een eigen onderzoek is gestart naar het bedrijf Fruit Forces van Ferry M. en dus ook naar zijn broer Rinus M. Het kan heel goed zijn dat ze daarmee ook onze clienten in beeld hebben gekregen. In ieder geval is het met deze informatie sowieso zeer onwaarschijnlijk dat dit onderzoek pas een half jaar later op basis van anonieme TCI informatie is opgestart, zoals het OM zegt.”
Uit de brief van het OM blijkt dat er pas intensief contact met de Belgische opsporingsdiensten is gekomen in de zomer van 2015. Officier van justitie M. van Solingen: “Zowel door ons als door de Belgische politie is toen de conclusie getrokken dat er behalve Fruit Forces verder geen relevante informatie was in onderzoek Touw voor (…) Doussie.”
Is daarmee de kous af? Dat is nog maar de vraag. Morgen gaat het strafproces verder. Eerder eiste het OM al celstraffen tot 16 jaar in de zaak. Maar nu zal de verdediging ongetwijfeld nieuw onderzoek eisen naar deze gang van zaken en allerlei nieuwe getuigen oproepen. Ook de rechters zullen kritische vragen hebben aan het OM.
Bovendien komen woensdag ook de Gerrit-tapes aan bod: zeer belastende opnames van gesprekken met de platte douanier die inmiddels via verschillende media zijn verspreid. Het vermoeden is dat de verdachten in deze zaak zijn afgeperst met de opnamen door ene ‘Paul’ die zich voordoet als “zaakwaarnemer” van een Colombiaans drugskartel. Ook hier moet nog veel onderzoek naar worden gedaan.
De kans is daarom zeer groot dat deze complexe strafzaak voor lange tijd wordt aangehouden. En dus zal de vraag of het OM mogelijk door ‘n gebrek aan transparantie z’n recht op vervolging heeft verspeeld pas veel later in dit megaproces beantwoord gaan worden.