Wat zijn de lessen, één jaar na de aanslagen in Brussel?

Deskundige inlichtingendiensten Thomas Renard over de lessen van ‘Brussel’

“DE KRITIEK OP BELGIE WAS VEEL TE HARD”

Vorig jaar was België in shock. Niet alleen door de ergste aanslagen uit hun geschiedenis. Maar ook door de ongekend harde kritiek die het land kreeg. Het land werd in de internationale pers omschreven als ‘failed state’ . Terroristen konden hun gang gaan in wijken als Molenbeek. Amateuristische en langs elkaar heen werkende politie en inlichtingendiensten keken toe. Pijnlijk en overdreven vindt Thomas Renard. Als onderzoeker analyseert hij hoe contra-terrorisme in België functioneert.

Volgens Renard hebben Belgische inlichtingendiensten en lange traditie van terrorismebestrijding. Het beeld dat het land vergeleken werd met gebieden als Somalië of Afghanistan vindt hij buiten proportie. Maar dat beeld heeft wel enorme impact gehad:

“TE WEINIG AANDACHT VOOR PREVENTIE”

‘De kritiek werd gevoeld als nóg een aanval op België. Dat nam de zuurstof weg die nodig was om echt te beseffen wat er gebeurd was. Welke lessen er WEL getrokken moesten worden. Een van die lessen is dat we in België té veel ruimte hebben gelaten voor een aantal netwerken om te rekruteren, hun ideeën te verspreiden en te opereren.

Het was niet zo dat de inlichtingendiensten niets deden of dat toelieten. Maar de omvang van het probleem groeide hen wel boven het hoofd.

In mijn analyse heeft dat ook te maken met een gebrek aan preventie. Het bestrijden van de kernoorzaken waardoor jongeren radicaliseerden. De inlichtingendiensten kwamen nu in een situatie dat ze te veel mensen tegelijk in de gaten moesten houden.’

‘Het feit dat de Belgische staat complex is, en dat er veel bezuinigd was op de inlichtingendiensten heeft daarbij niet geholpen. Maar hoe pijnlijk het ook is om te erkennen: dit soort dilemma’s waar je achteraf de verkeerde prioriteit stelt is een fenomeen dat alle inlichtingendiensten kan overkomen.’

‘Het werk van de inlichtingen diensten blijft essentieel. Want voor iedere aanslagpleger die door het net glipt, wordt ook een groot aantal tegengehouden.

De diensten zelf hebben dat natuurlijk wel ervaren als een enorm falen. Het gevoel dat ze niet genoeg gedaan hebben. En dat terwijl ze al jaren onder hoogspanning werkten, met afnemende middelen, en een snel toenemende dreiging.

Ze konden hun overuren al niet eens meer tellen. Nu pas is het budget weer op het niveau van voor de crisis. Maar ondertussen hebben we veel burn-outs gezien, ziekteverzuim en uitstroom. Het kost tijd werving, en training om dat op te vangen. Dus de situatie is nog niet optimaal, terwijl we wel te maken hebben met een acute situatie van strijders die uit Syrië terug keren naar België’:

‘We hebben nog steeds geen echte programma’s van rehabilitatie, ‘de-radicalisatie’ of ‘disengagement’ . Keuzes worden nog niet gemaakt. We zijn er gewoon nog niet klaar voor. En dat terwijl het nu gebeurt.

Er speelt mee dat zaken die meer een ‘soft approach’ inhouden nog moeilijk liggen. Dat is omdat na een aanslag de politiek altijd eerst ‘harde maatregelen’ wil. Maar ik hoop dat ze snel beseffen dat je er daarmee alleen niet komt.

Je enige hoop is dat mensen inzien hoe ze op het pad van extremisme terecht zijn gekomen. En dat ze na hun straf weer willen integreren in de samenleving. Anders hebben ze geen andere keus dan de strijd weer op te pakken.’

Wat zijn de lessen, één jaar na de aanslagen in Brussel?
  1. Section 1